Natuurmonumenten

  1. Home
  2. /
  3. Gebied
  4. /
  5. Natuurmonumenten

Is Natuurmonumenten een zegen voor Midden-Delfland?

Geschiedenis van Natuurmonumenten in Midden-Delfland
Vereniging Natuurmonumenten heeft in Midden-Delfland verschillende gebieden in beheer. De bekende Vlietlanden zijn vanaf 1949 langzamerhand geheel in het bezit gekomen van Natuurmonumenten. Voor de boeren die voor die tijd dit gebied eeuwenlang hebben vorm gegeven en in stand gehouden was een rendabele exploitatie niet meer mogelijk. De Vlietlanden is één van de weinige overgebleven laagveengebieden in het westen van Nederland, het is dus een uniek stukje boerennatuur wat hier in stand wordt gehouden.

Omdat dit gebied nooit is ingepolderd is het veen hier niet ingeklonken. De Vlietlanden bestaan uit moerasbos, rietvelden en voor het grootste deel uit hooilanden waar door het eeuwenlange extensieve beheer vele zeldzame planten zoals moeraskartelblad, veenpluis en brede orchis nog steeds voorkomen. Ook de eendenkooi bij Schipluiden en de eendenkooi in de Aalkeetbuitenpolder zijn eigendom van Natuurmonumenten. Uiteraard zijn deze eendenkooien niet meer in bedrijf, de eendenkooi in Schipluiden wordt nu gebruikt voor het ringen van eenden. Sinds enige jaren is ook een deel van Polder Noord Kethel en een deel van de Aalkeetbuitenpolder bezit van Natuurmonumenten. De aanpassingen die door Natuurmonumenten in de Aalkeetbuitenpolder zijn gedaan hebben helaas het oorspronkelijke karakter van de polder ernstig aangetast. Uiteraard is afvlakking van slootkanten niet verkeerd voor de flora en fauna maar dat hoor je dan te doen met een liniaal erlangs zodat het slootpatroon eruit blijft zien zoals het was en zoals het hoort; kaarsrecht. Hier leek het afvlakken van de sloten te zijn gedaan door een dronken kraanmachinist. De ontstane kronkels voegen uiteraard niets toe aan het landschap en een dergelijke ingreep getuigt daarom niet van respect voor de cultuurhistorie van deze eeuwenoude polder. Polder Noord Kethel zal in de toekomst nog omgevormd gaan worden, het is te hopen dat Natuurmonumenten daar wat meer nadenkt over de inrichting dan men in de Aalkeetbuitenpolder heeft gedaan.

Weidevogels
De weidevogels in Midden-Delfland vormen ongetwijfeld het belangrijkste kenmerk van de natuur. Midden-Delfland is één van de beste weidevogelgebieden van Nederland, en dat is in deze verstedelijkte hoek van Nederland eigenlijk best bijzonder te noemen. Vereniging Natuurmonumenten heeft samen met Vockestaert een aantal jaren geleden een brochure uitgegeven met de titel “Midden-Delfland: Gruttoland”. Helaas is gebleken dat het beheer van gebieden van Natuurmonumenten niet goed is voor de weidevogelstand. Zowel in de Aalkeetbuitenpolder als op de Vlietlanden hebben de weidevogels te lijden van een verkeerd beheer. De Vlietlanden verruigen door gebrek aan onderhoud. Doordat er niet meer bemest wordt in de Aalkeetbuitenpolder gaat het bodemleven daar hard achteruit, de grond wordt te zuur. De weidevogels vinden hierdoor te weinig voedsel waardoor een grote achteruitgang is geconstateerd. Dat het altijd zo goed is gegaan met de weidevogels in Midden-Delfland heeft natuurlijk alles te maken met de boeren die al decennia lang de weidevogels koesteren en er alles aan doen om te zorgen voor behoud van o.a. zogenaamde rode lijst soorten als grutto en tureluur. Je krijgt het idee dat Natuurmonumenten niet de moeite heeft genomen om bij de boeren te informeren hoe ze dat toch voor elkaar krijgen met die weidevogels. In de Schakel Midden-Delfland van 2 maart 2005 wordt triomfantelijk gemeld dat de Aalkeetbuitenpolder klaar is voor de weidevogels. Natuurmonumenten verwacht er weer honderden zoniet duizenden weidevogels !!! De polder was de afgelopen jaren niet optimaal voor de weidevogels en dat zou te maken hebben met de te lage grondwaterstand die nu verhoogd is. Toen dit deel van de polder nog door boeren werd beheerd en dus volgens Natuurmonumenten blijkbaar te droog was, zag je echter wel vele weidevogels die door het huidige beheer grotendeels verdwenen zijn.

De middeleeuwse boerderij van Grote Adriaan die Natuurmonumenten heeft nagebouwd op de Vlietlanden in verband met het 100 jarig bestaan van de vereniging.

Kwaliteit of kwantiteit
Het lijkt erop dat Natuurmonumenten denkt dat de natuur het allemaal zelf wel regelt. Zo eenvoudig is het natuurlijk niet, zelfs in een gebied als de Oostvaardersplassen gaat het helemaal verkeerd als het waterpeil niet meer gereguleerd wordt. Daarnaast wordt er daar nog steeds getobd met de grote grazers en kan de grote vogelpopulatie alleen bestaan bij de gratie van het enorme voedselaanbod in het aangrenzende landbouwgebied. Zonder menselijk handelen zijn de Oostvaardersplassen gedoemd te verdwijnen. De natuurgebieden in Midden-Delfland dienen ook onderhouden te worden als Natuurmonumenten daadwerkelijk het voortbestaan van die weidevogels zo belangrijk vindt als men doet voorkomen. Natuurmonumenten lijkt zich echter meer te interesseren voor kwantiteit dan voor kwaliteit. De participatie van Natuurmonumenten bij aanleg van de A4 volgens het IODS programma is bedenkelijk en lijkt uitsluitend ingegeven door het verwerven van 100 Ha nieuwe natuur waarbij ik mij dan afvraag waar die natuur vandaan gehaald moet worden. Het hele gebied bestaat al uit natuur, de door velen zo gewaardeerde boerennatuur met o.a. de al genoemde weidevogels, knotwilgen, fluitekruid, koffiebloemen, enz. Natuur met historie, waar je van kan genieten door het weidse karakter. Natuurmonumenten laat op haar website weten dat de eventuele aanleg van de A4 van Delft naar Schiedam niet alleen de rust in de eendenkooi bij Schipluiden zal verstoren, maar ook een obstakel zal vormen voor dieren en planten die via het ecologisch lint migreren. Dat valt dus niet te rijmen met het instemmen met de aanleg van de A4. Er zal dan weer 100 Ha van het schitterende Midden-Delflandse landschap ten prooi vallen aan nieuwe natuur. Niet alleen in Midden-Delfland maar ook iets verder weg zoals de in de buurt van vliegveld Zestienhoven gelegen polder Schieveen gaat als het aan Natuurmonumenten ligt volledig op de schop. In de polder komt 90 ha bedrijventerrein en de rest van deze prachtige polder met zijn vele weidevogels zal worden getransformeerd tot natuurontwikkelingsgebied van zo’n 240 ha met moeras en wilgenstruweel. Er bestaat grote weerstand van lokale natuur- en milieuorganisaties, boeren en bewoners tegen de plannen om deze prachtige historische polder te vernietigen waardoor de weidevogels zich hier ook niet meer thuis zullen voelen en gedoemd zijn te verdwijnen. Vereniging Tegen Milieubederf (VTM) heeft bij de Raad van State bezwaar aangetekend tegen de plannen van gemeente Rotterdam-Overschie en Natuurmonumenten. De Raad van State heeft VTM in het gelijk gesteld en heeft de werkzaamheden in polder Schieveen laten stilleggen.

Onderhoudskosten
De percelen die Natuurmonumenten verwerft krijgt men gratis van de overheid en worden dus betaald van belastingcenten, het onderhoud moet men echter wel zelf bekostigen en daar wringt de schoen. Men kan het zich blijkbaar niet veroorloven om de boel te onderhouden zoals het hoort en onder het mom van; de natuur regelt het zelf wel, laat men alles verwilderen. Volgens de Wageningse hoogleraar Jan Douwe van der Ploeg loopt juist in nieuwe natuurgebieden de biodiversiteit achteruit door onvoldoende beheer. Dit wordt niet alleen veroorzaakt door gebrek aan geld maar ook omdat men denkt dat het goed is voor de natuur om het aan zijn lot over te laten. Het tegendeel is bewezen in de Aalkeetbuitenpolder waar het dus slecht gaat met de oorspronkelijke natuur waarmee het juist zo goed ging in Midden-Delfland. Het is de vraag hoe lang het duurt voordat de Hollandse koeien in Midden-Delfland plaats moeten maken voor Schotse Hooglanders en “Wilde” Konikpaarden als het aan Natuurmonumenten ligt. Het wordt hier dan een grote slecht onderhouden kinderboerderij. De ecologische hoofdstructuur uit 1990 voorziet in een enorme toename van de hoeveelheid natuurgebieden in Nederland. Inmiddels zijn er wel wat problemen naar voren gekomen. Organisaties als Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer moeten enorme kosten maken om het landschap blijvend in stand te houden. Boeren kunnen dat veel goedkoper, bovendien kan je het weidse boerenland overzien of zelfs er doorheen wandelen zoals bijvoorbeeld over het pas geopende Voddijkpad bij Schipluiden. De natuur van natuurmonumenten is niet toegankelijk en door de begroeiing kan je er ook nauwelijks inkijken, alleen de rand van het gebied kan je zien met daar de onvermijdelijke bordjes “verboden Toegang”. Dat is nou net niet de natuur waar we op zitten te wachten hier in Midden-Delfland. De kwetsbare vlietlanden moeten natuurlijk wel ontoegankelijk blijven maar de Aalkeetbuitenpolder is er voor de natuur en de recreant niet op vooruit gegaan.

Hooilandje op de Vlietlanden ingesloten door oprukkend riet.

Weidsheid of wildernis
Wat te denken van de rietmoerassen die in de Holierhoekse polder zijn voorzien in het kader van de reconstructie van Midden-Delfland? Natuurmonumenten is de grootste voorstander van het ontoegankelijk maken en het verstoren van de weidsheid door de aanleg van rietmoeras in de Holierhoekse polder. Volgens Natuurmonumenten is deze polder langs de rand van Vlaardingen en Schiedam een slecht weidevogelgebied. De percelen waar in het kader van de reconstructie een aantal jaar geleden al bomen zijn aangeplant zijn inderdaad niet meer geschikt voor weidevogels. Op andere plaatsen zijn hier echter 1,5 weidevogelnest van de 4 hoofdsoorten (grutto, tureluur, kievit en scholekster) per Ha geteld in 2004. Ter vergelijking, in de Klaas Engelbrechtspolder was de nestdichtheid in dezelfde periode 1,7 nest per Ha. Deze polder scoorde dus wel beter maar ondanks de nabijheid van de steden en ondanks de bospercelen in de Holierhoekse polder is er nog steeds sprake van een goed weidevogelgebied. We moeten ook ieder weidevogelnest koesteren op de “postzegel” die Midden-Delfland groot is.

Rol natuurmonumenten
Natuurmonumenten weet wel wat goed voor ons is en wat goed is voor Midden-Delfland, tenminste dat pretendeert men. Ik heb daar als natuurliefhebber helaas zo langzamerhand mijn vraagtekens bij. Het lijkt er weleens op dat Natuurmonumenten niet weet wat ze aan moeten met al dat bezit. Als in de krant “samen naar een sterk landschap” die is gemaakt als startschot voor de gebiedsvisie ook Natuurmonumenten wordt gevraagd een bijdrage te leveren krijgen we een verhaal voorgeschoteld over de Ackerdijkse plassen. Een prachtig uniek gebied met vele verschillende vogelsoorten en andere dieren maar ik vraag me dan af of er over Midden-Delfland nou echt niets te vertellen is. Een gemiste kans lijkt mij! Is Vereniging Natuurmonumenten nou wel of niet een zegen voor Midden-Delfland? Ik denk steeds vaker van niet. Ze geven de indruk alles beter te weten maar de resultaten zijn daar niet naar. Midden-Delfland is meer gebaat bij organisaties als VTM uit Schiedam en natuurlijk de agrarische natuurvereniging Vockestaert die heeft bewezen verstand te hebben van weidevogelbeheer maar ook met andere beheermaatregelen de natuur in Midden-Delfland onderhoudt en verbetert. Het eeuwenoude Midden-Delflandse landschap wat bol staat van historische kenmerken mag niet verkwanseld worden maar moet juist met respect behandeld en in stand gehouden worden. Was het niet juist Jac P. Thijsse, 100 jaar geleden één van de oprichters van de Vereniging Natuurmonumenten, die de Hollandse landschappen zo waardeerde? Volgens Jaap Dirkmaat van vereniging Das en Boom ben je geen nieuwe natuur waard als je de oude niet eens weet te behouden. Over die opmerking moet Vereniging Natuurmonumenten maar eens goed gaan nadenken voordat ze met nieuwe plannen komen voor Midden-Delfland.

Eerder gepubliceerd in Schakel Midden-Delfland, 28 oktober 2006.

November 2006